fallback-bg-light

De agentuurovereenkomst – waar moet je op letten?

10 augustus 2015

De agentuurovereenkomst – waar moet je op letten?

De vele raakvlakken van de agentuurovereenkomst met de arbeidsovereenkomst maken deze rechtsverhouding bijzonder interessant voor de arbeidsrecht advocaat.

De definitie van de agentuurovereenkomst, de zorgplicht van de principaal, de regeling inzake de provisie, opzegtermijnen, dringende redenen, schadevergoeding bij onregelmatige opzegging, goodwill vergoeding, concurrentiebeding en last but not least de ontbinding, zijn vergelijkbaar met de arbeidsovereenkomst.

Invloed WWZ op agentuurovereenkomst

Door de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid per 1 juli 2015 is de regeling inzake de ontbinding van de agentuurovereenkomst aangepast. De koppeling die eerder werd gemaakt met de wettelijke regeling inzake de ontbinding van de arbeidsovereenkomst is losgelaten. Net als bij de arbeidsovereenkomst is het mogelijk om ontbinding te vragen van de agentuurovereenkomst met een daaraan gekoppelde vergoeding die eveneens gebaseerd was op de kantonrechtersformule. Door de verdwijning van de kantonrechtersformule is de wettelijke regeling inzake de ontbinding van de agentuurovereenkomst aangepast. Daarbij is het nog steeds mogelijk om wegens verandering van omstandigheden een vergoeding aan een partij toe te kennen.

Wat is een agentuurovereenkomst?

De agentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij, de principaal, aan de andere partij, de handelsagent, opdraagt en deze zich verbindt, voor een bepaalde of een onbepaalde tijd en tegen beloning bij de totstandkoming van overeenkomsten bemiddeling te verlenen, en deze eventueel op naam en voor rekening van de principaal te sluiten zonder aan deze ondergeschikt te zijn.

Meest kenmerkende verschil met de arbeidsovereenkomst is dat in de agentuurovereenkomst het element van de gezagsverhouding ontbreekt. Net als bij de arbeidsovereenkomst behoeft de agentuurovereenkomst niet op schrift te zijn gesteld.

Recht op provisie

Tijdens de duur van de overeenkomst heeft de handelsagent recht op provisie ten aanzien van:

  1. overeenkomsten die door zijn tussenkomst zijn tot stand gekomen;
  2. overeenkomsten die tot stand zijn gekomen met iemand die hij reeds vroeger voor een dergelijke overeenkomst had aangebracht;
  3. overeenkomsten die tot stand gekomen zijn met iemand die behoort tot de klantenkring die, of gevestigd is in het gebied dat aan de handelsagent is toegewezen, tenzij uitdrukkelijk is overeengekomen dat de handelsagent ten aanzien van die klantenkring of in dat gebied niet het alleenrecht heeft.

Bij toewijzing van een gebied of een klantenkring wordt vermoed dat de handelsagent ten aanzien daarvan het alleenrecht heeft. De principaal zal moeten bewijzen dat dit niet het geval is.

Na het einde van de agentuurovereenkomst heeft de handelsagent recht op provisie ten aanzien van:

  1. overeenkomsten die binnen een redelijke termijn na beëindiging van de agentuurovereenkomst zijn afgesloten indien deze hoofdzakelijk aan de tijdens de duur van de agentuurovereenkomst door hem verrichte werkzaamheden zijn te danken, of
  2. de bestelling van de derde is ontvangen voor de beëindiging van de agentuurovereenkomst.
De provisie is verschuldigd zodra de overeenkomst waaraan de handelsagent heeft gewerkt, tot stand is gekomen. Zij is opeisbaar zodra de principaal hiervan schriftelijk opgave heeft gedaan, uiterlijk de laatste dag van de volgende twee of drie maanden. Deze bepaling is van dwingend recht en hiervan kan aldus bij overeenkomst niet worden afgeweken.

Hoe zeg je een agentuurovereenkomst op?

In tegenstelling tot de arbeidsovereenkomst kan de agentuurovereenkomst zonder tussenkomst van de kantonrechter of UWV opgezegd worden. Partijen zijn in beginsel vrij om contractueel een opzegtermijn overeen te komen. De opzegtermijn mag echter niet korter zijn dan een maand in het eerste jaar van de overeenkomst, twee maanden in het tweede jaar en drie maanden in de volgende jaren. Indien partijen lagere termijnen overeenkomen, mogen deze termijnen voor de principaal niet korter zijn dan die voor de handelsagent.

Bij gebreke van een overeenkomst met betrekking tot de opzegging bedraagt de opzegtermijn vier maanden, vermeerderd met een maand na drie jaren looptijd van de overeenkomst en met twee maanden na zes jaren.

Opzegging dient plaats te vinden tegen het einde van een kalendermaand.

Dringende reden

Dringende redenen zijn omstandigheden van zodanige aard dat van de partij die de overeenkomst doet eindigen, redelijkerwijs niet gevergd kan worden de overeenkomst, zelfs tijdelijk, in stand te laten.

Hierbij is wederom een met de arbeidsrechtelijke dringende redenen aanverwante regeling van kracht. Een beding waardoor aan een der partijen de beslissing wordt overgelaten of er een dringende reden aanwezig is, is nietig.

Ontbinding van de agentuurovereenkomst

Bij verandering van omstandigheden is het zowel voor de principaal als de handelsagent mogelijk om ontbinding te vorderen van de agentuurovereenkomst. De kantonrechter kan daarbij naast de ontbinding een der partijen een vergoeding toekennen ten laste van de partij van wie het gedrag de ontbinding rechtvaardigt.

In zijn uitspraak d.d. 17 april 2013 heeft de kantonrechter Haarlem overwogen dat vanwege het betalingsgedrag van de principaal hem een verwijt gemaakt kan worden van de verandering in de omstandigheden die tot ontbinding van de overeenkomst hebben geleid. Daarom kwam de handelsagent een vergoeding toe.

In deze casus was jarenlang een conflict tussen de principaal en handelsagent gaande over betaling van provisies waarbij de principaal weigerde om de provisie te betalen omdat volgens hem de provisie niet opeisbaar was. Tussen partijen was sprake van onenigheid over de financiële afrekeningen van provisienota’s. Voorts had de principaal valse informatie afgegeven over afgesloten overeenkomsten.

Bij de bepaling van de vergoeding heeft de kantonrechter, zoals ook in eerdere jurisprudentie, aansluiting gezocht bij de kantonrechtersformule. Daarbij heeft de kantonrechter de gemiddeld ontvangen provisie van de vijf jaar voorafgaande aan de ontbinding als uitgangspunt genomen en het aantal jaren dat de overeenkomst heeft geduurd. Op basis van deze berekening werd de handelsagent een vergoeding toegekend van € 226.704,-. Dit was een onverwachte maar zeer welkome meevaller voor de handelsagent die oorspronkelijk er vanuit was gegaan dat hij alleen recht had op provisie.

Uit deze uitspraak volgt dan ook dat het voor de handelsagent zeer de moeite waard is om in geval van een verstoorde relatie, die in overwegende mate aan de principaal te wijten is, ontbinding te vorderen van de agentuurovereenkomst.

De weinige jurisprudentie laat zien dat deze procedure vaak vergeten wordt.

Vergoedingen bij agentuurovereenkomst

Enerzijds is een vergoeding verschuldigd bij onregelmatige opzegging en anderzijds een klantenvergoeding, ook wel de goodwillvergoeding genoemd, bij het einde van de agentuurovereenkomst.

De klantenvergoeding is verschuldigd aan de handelsagent indien zijn werk heeft geleid tot belangrijke omzetstijgingen in de onderneming van de principaal of tot een vergroting van de goodwill.

De vaststelling van de klantenvergoeding verloopt in drie fasen. In de eerste fase dienen de voordelen die de transacties met de door de handelsagent aangebrachte klanten de principaal opleveren, gekwantificeerd te worden. Vervolgens moet in de tweede fase beoordeeld worden of reden bestaat het aldus vastgestelde bedrag aan te passen met het oog op de billijkheid, gelet op alle omstandigheden van het geval en met name gelet op de door de handelsagent gederfde provisie. Ten slotte wordt in de derde fase getoetst of het uit de twee eerdere berekeningsfasen volgende bedrag het maximumbedrag niet te boven gaat.

De klantenvergoeding bedraagt maximaal de beloning van één jaar. Deze wordt berekend naar het gemiddelde over de laatste – maximaal vijf – jaren.

De agentuurovereenkomst samengevat

De agentuurovereenkomst biedt verscheidene mogelijkheden voor de handelsagent om zijn rechten te beschermen en bij het einde daarvan om vergoedingen op te eisen. De voor de principaal geldt dat hij bijzonder oplettend moet zijn bij de uitvoering en eventuele beëindiging van de agentuurovereenkomst gelet op de vele dwingendrechtelijke wettelijke bepalingen.

Dit artikel is geschreven door de secties Ondernemingsrecht en Arbeidsrecht bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten.

Vestigingen