fallback-bg-light

Rechtspraak TV

31 oktober 2011

Rechtspraak TV

De integrale live-uitzending van de strafzaak tegen Geert Wilders betekende een nieuwe vorm van openbaarheid binnen de rechtspraak. Heel Nederland werd in staat gesteld om in de juridische keuken mee te kijken. Na het toegekende wrakingsverzoek liet de rechtbank een commissie (commissie Meijerink) het verloop van de strafzaak onderzoeken. De commissie concludeerde dat de rechtbank de media-aandacht voor de zaak Wilders ernstig had onderschat. Ondanks het feit dat in het rapport werd geconstateerd dat de samenstelling van de strafkamer tijdig en zorgvuldig tot stand was gekomen, bleken de rechters onvoldoende bestand tegen de (media)druk.

De rechtbank Amsterdam heeft na de vrijspraak van Wilders een nieuwe commissie (commissie Van Rooy) ingesteld. Deze commissie werd gevraagd te onderzoeken in hoeverre de aanbevelingen van de commissie Meijerink in het tweede deel van de strafzaak zijn opgevolgd en hoe in de toekomst om te gaan met (integrale) audiovisuele registratie en (live-) uitzendingen van zittingen. De bevindingen van deze commissie zijn thans gepresenteerd in het rapport “Rechtspraak in beeld”. De commissie Van Rooy komt tot opmerkelijke aanbevelingen.

Deze commissie constateert dat het gezag en de autoriteit van de rechterlijke macht in deze tijd niet meer vanzelfsprekend zijn. De commissie acht het wenselijk “om tegemoet te komen aan de toegenomen maatschappelijke behoefte aan openbaarheid en toegankelijkheid van de rechtspraak.” Dat moet in de ogen van de commissie met name gelden voor verzoeken voor (live-) uitzendingen van processen. In plaats van een ‘nee, tenzij’, zouden de gerechten dienen uit te gaan van een ‘ja, mits’. De commissie vindt dat het belang van openbaarheid en toegankelijkheid van de rechtspraak zwaarder dient te wegen dan de extra belasting, het ongemak en de risico’s voor de beeldvorming die dit voor de rechtspraak met zich meebrengt.

Dat de commissie de van huis uit behoudende rechterlijke macht het moderne mediatijdperk in wil loodsen, blijkt onder meer uit de overweging om bij nieuw te ontwerpen en te bouwen gerechtsgebouwen een rechtszaal met ingebouwde camera’s in te richten. Verder bespreekt de commissie de mogelijkheid van een themazender waarop via internet door de publieke omroep rechtszaken live uitgezonden kunnen worden. De commissie spreekt daarbij de verwachting uit dat deze nieuwe koers zal bijdragen aan een groter vertrouwen in de rechtspraak.

Openbaarheid vormt een wezenlijke voorwaarde voor een goed functionerende rechterlijke macht. In Nederland is daarom uitgangspunt dat zittingen in beginsel voor het publiek toegankelijk zijn. Het is evenwel maar zeer de vraag of het volledig registreren en uitzenden van zittingen het gezag en de autoriteit van de rechterlijke macht zal vergroten. Het lijkt er eerder op dat wordt toegegeven aan de almaar toenemende sensatiezucht van de televisiekijker. Deze zal groot zijn als sprake is van een geruchtmakende zaak. Of dat ook opgaat voor meer ‘alledaagse’ zaken is maar zeer de vraag. Tegenstanders van deze aanpak vragen zich dan ook af of ‘gewone’ zaken niet te saai zullen zijn voor de kijker. De publieke omroep zal wellicht verheugd zijn met Rechtspraak TV. Het is echter te hopen dat een rechtszaak daarmee niet verwordt tot een schouwspel met een hoog amusementsgehalte

Vestigingen