fallback-bg-light

Valkuilen bescherming en exploitatie kwekersrecht

10 augustus 2010

Valkuilen bescherming en exploitatie kwekersrecht

Bij de bescherming en exploitatie van kwekersrecht is het belangrijk om valkuilen te omzeilen, zodat een optimale bescherming en exploitatie van het (aangevraagde) kwekersrecht wordt bereikt. Hieronder zullen twee valkuilen worden besproken, waarvan wij in de praktijk regelmatig zien dat deze over het hoofd worden gezien. Bij de aanvraag van een kwekersrecht moet goed worden gekeken naar de landen waar kwekersrecht wordt aangevraagd en bij de exploitatie is het moment waarop het teeltmateriaal in de handel wordt gebracht van belang.

In welke landen kwekersrecht aanvragen?
Bij de beslissing in welke landen bescherming van een nieuw ras wordt aangevraagd, moet goed worden gekeken naar de landen waar het teeltmateriaal van het ras zal worden vermeerderd, aangeplant en het oogstmateriaal verhandeld. Het is aan te raden om in al deze landen kwekersrecht aan te vragen (voor zover dit mogelijk is).

Vaak zien wij dat wordt vergeten om in landen waar het teeltmateriaal van een ras wordt vermeerderd en aangeplant (zoals bijvoorbeeld Kenia of Chili) kwekersrecht aan te vragen. Indien in een dergelijk land door derden zonder toestemming teeltmateriaal wordt vermeerderd en aanplant of meer wordt vermeerderd en aangeplant dan waarvoor toestemming is gegeven, kan de kwekersrechthouder zich daar niet tegen verzetten. Wel zijn er mogelijkheden om te voorkomen dat het oogstmateriaal vervolgens wordt ingevoerd in Nederland of de Europese Unie, indien daar wel een kwekersrecht is verkregen. Dit is echter niet mogelijk als de houder van het kwekersrecht redelijkerwijs zijn recht met betrekking tot het teeltmateriaal had kunnen uitoefenen.

Het ter beschikking stellen van teeltmateriaal in andere landen dan het gebied waarvoor kwekersrecht wordt aangevraagd, kan ook gevolgen hebben voor het nieuwheidsvereiste. In de meeste landen (waar het UPOV verdrag geldt) is één van de vereisten voor het verkrijgen van het kwekersrecht, dat het een nieuw ras betreft. Dit houdt in dat op de datum van indiening van de aanvraag geen teeltmateriaal aan derden ter beschikking mag zijn gesteld langer dan een jaar geleden in het land van aanvraag of langer dan vier jaar geleden buiten het gebied waarop de aanvraag betrekking heeft.

Handel in teeltmateriaal ná publicatie aanvraag kwekersrecht
In de praktijk zien wij soms, dat licenties worden verstrekt voor een nieuw plantenras, terwijl nog geen kwekersrecht is aangevraagd of de aanvraag nog niet is gepubliceerd. Dit brengt bepaalde risico’s mee, waarvan niet iedere kweker zich bewust is. Er wordt dan teeltmateriaal van een nieuw ras in de handel gebracht zonder dat de kweker zich tegen verdere vermeerdering zonder toestemming (licentie) kan verzetten.

Voor een nieuw ras kan een Nederlands kwekersrecht worden aangevraagd bij de Raad voor Plantenrassen te Ede dan wel een communautair kwekersrecht bij het Communautair Bureau voor Plantenrassen (het CPVO) te Angers. Door een kwekersrecht verkrijgt de houder een uitsluitend recht om teeltmateriaal van dat ras voort te brengen / verder te vermeerderen, ten behoeve van de vermeerdering te behandelen, in de handel te brengen, in- en uit te voeren, etc.

Een uitsluitend recht betekent, dat anderen dan de houder van het kwekersrecht de hiervoor genoemde handelingen slechts met toestemming van die houder mogen verrichten. De benodigde toestemming wordt meestal verleend in de vorm van een licentie. Het is belangrijk, dat hierin de juiste gegevens (naam kwekersrechthouder, rasbenaming, etc.) worden vermeld. Licenties zijn meestal aan voorwaarden verbonden. De inhoud van een licentieovereenkomst kan worden beperkt door het mededingingsrecht.

Het uitsluitend recht ontstaat op het moment van verlening van het kwekersrecht. Voor handelingen tussen de bekendmaking van de aanvraag en verlening kan de houder een passende vergoeding eisen van de derde. In de periode vóór de aanvraag van een kwekersrecht kan aan anderen dus niet worden verboden om bijvoorbeeld teeltmateriaal te vermeerderen. Het is derhalve sterk aan te raden om teeltmateriaal pas na publicatie van een kwekersrechtaanvraag in de handel te brengen of te verspreiden. Zo wordt ook voorkomen, dat in de licentieovereenkomst niet de juiste kwekersrechthouder en rasbenaming staat.

Dit artikel is geschreven door de sectie Intellectuele Eigendom van Van Diepen Van der Kroef Advocaten.

Vestigingen