fallback-bg-light

Overkreditering bij hypotheekverstrekking: zorgplicht en schade

8 november 2016

Overkreditering bij hypotheekverstrekking: zorgplicht en schade

Op 12 oktober 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een geschil tussen Rabobank en twee gedaagden (hierna: “het stel”) over overkreditering. De uitspraak is interessant, omdat deze afwijkt van recente jurisprudentie van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor wat betreft de vraag wat onder schade valt in geval van overkreditering.

Het geschil

Het stel heeft in 2007 een hypotheek afgesloten voor in totaal ruim € 2 miljoen. In 2010 moest de woning worden verkocht omdat het stel niet meer aan de financiële verplichtingen kon voldoen. De woning is uiteindelijk verkocht, waarbij een restschuld van bijna € 500.000,– is ontstaan. Rabobank vorderde betaling van het stel van deze restschuld.

Het stel heeft verweer gevoerd en claimt dat Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden bij het verstrekken van de hypotheek. Volgens het stel is er sprake van overkreditering; het stel heeft een hogere hypotheek gekregen dan zij zich, op basis van hun inkomen en de voor de verstrekking van de hypotheek geldende normen (CHF-norm), kon veroorloven. Wanneer Rabobank aan haar verplichtingen had voldaan, waaronder het doen van onderzoek naar de inkomsten en uitgaven van het stel en het waarschuwen dat het leningbedrag hoger was dan volgens de CHF-norm was geoorloofd, dan had het stel de hypotheek nooit afgesloten, althans niet voor het geleende bedrag, aldus het stel.

De leencapaciteit van het stel is in geschil. Rabobank heeft aangegeven dat bij de beoordeling van de leencapaciteit van het stel ook rekening is gehouden met onttrekkingen die de man uit zijn ondernemingen kon doen, bijvoorbeeld door zijn salaris te verhogen of dividend uit te keren. Op basis van deze beoordeling werd het totale inkomen van het stel door Rabobank gesteld op € 334.000,–, terwijl het stel aanvoert dat hun totale inkomen € 128.000,– bedroeg. Op basis van het door Rabobank gehanteerde inkomen kon volgens de CHF-norm een lening van € 1.903.800,– worden verstrekt. Met de daadwerkelijke lening van € 2.062.500,– werd deze norm weliswaar iets overschreden, maar volgens Rabobank kon dit worden gerechtvaardigd op basis van de goede inkomensvooruitzichten van het stel. Het stel meent dat een totale lening van hooguit € 729.600,– gerechtvaardigd was, zodat er volgens hen sprake is van een forse overkreditering.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt voor wat betreft de leencapaciteit in het voordeel van het stel. Rabobank heeft onvoldoende onderbouwd waarom het inkomen van het stel € 334.000,– bedroeg. De rechtbank gaat uit van het door het stel opgevoerde gezamenlijke inkomen van € 128.000,–. Op basis van dit inkomen moet worden uitgegaan van een leencapaciteit van € 729.600,–, zodat sprake is van een overkreditering van maar liefst € 1.332.900,–. Doordat sprake is van een forse overkreditering, waarbij Rabobank eveneens in strijd met de geldende normen heeft nagelaten het stel te waarschuwen voor deze overkreditering, concludeert de rechtbank dat sprake is van een ernstige zorgplichtschending.

Het stel heeft zich – onbetwist – op het standpunt gesteld dat wanneer Rabobank had gewaarschuwd voor de overkreditering, zij de hypotheek niet zou hebben afgesloten. In dat geval was ook geen restschuld ontstaan. Gelet op de maatstaven van redelijkheid en billijkheid komt de rechtbank dan tot het oordeel dat het onaanvaardbaar zou zijn wanneer het stel wordt gehouden de restschuld en de rente daarover te betalen. De vorderingen van Rabobank worden afgewezen.

Schade bij overkreditering

De rechtbank bepaalt hiermee dat de schade van de overkreditering zowel de restschuld als de rente daarover omvat. De rechtbank oordeelt namelijk dat het stel de restschuld niet hoeft terug te betalen. Dit is niet in lijn met eerdere jurisprudentie op dit punt. In het eerdergenoemde arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is bepaald dat rente over een overgekrediteerd bedrag wel, maar de hoofdsom van het overgekrediteerde bedrag niet als schade kan worden aangemerkt.

Dit laatste acht ik juist. Het te veel geleende bedrag is daadwerkelijk aan het stel ten gunste gekomen en door hen ook aangewend voor de koop van hun woning. Het stel heeft van dit bedrag geprofiteerd, althans zij had dit kunnen doen. Voor de betaalde en verschuldigde rente over het te veel geleende bedrag geldt dat er wel sprake is van schade. Als Rabobank haar zorgplicht niet had geschonden, dan was er niet een te hoog bedrag uitgeleend en dan was het stel de rente over dit bedrag ook niet verschuldigd geweest.

Ik verwacht dat Rabobank in hoger beroep zal gaan van deze uitspraak. Wanneer het tot een uitspraak van het Gerechtshof komt zal ik daar een nadere publicatie aan wijden.

Voor meer informatie over dit artikel of bij vragen kunt u contact opnemen met onze sectie Financieel recht.

Vestigingen